Algemeen
Een sproeier is naast een instrument om een vloeistof, of lucht, in een bepaald patroon te vernevelen, een instrument om de capaciteit te doseren. Een meetinstrument dus.
In de basis onderscheiden we 2 hoofdtypen: hydraulische sproeiers (single fluid) en persluchtvernevelaars (two fluid of air mist).
De volgende sproeipatronen zijn voor hydraulische sproeiers beschikbaar:
Druk-capaciteitsverhouding
De verhouding tussen de druk en geleverde capaciteit wordt als volgt weergegeven:
Q1= √(P1/P2) x Q2, waarbij
P1 = nieuwe druk
P2 = bekende druk
Q1 = gezochte capaciteit bij druk P1
Q2 = bekende capcaiteit bij druk P2
Sproeihoek
Algemeen gezien neemt de sproeihoek toe als de druk hoger wordt, tenzij een sproeier een wervellichaam bevat. In het laatste geval zal de sproeihoek eerst toenemen, waarna vanaf een bepaalde druk de hoek zal afnemen tot een grenswaarde.
Vloeistofverdeling
Iedere sproeier heeft zijn eigen sproeikarakteristiek voor wat betreft de verdeling over het sproeioppervlak. Afhankelijk van de toepassing kan een zeer scherpe verdeling, of een wat ongelijkmatiger verdeling gekozen worden. Met name in het geval van een opstelling met meerdere sproeiers op een lijn dient hiermee rekening gehouden te worden.